Verslag in het Nieuwsblad over onze goochelclub 
Wie in onze regio zijn vrije tijd op een leuke manier wil invullen, heeft daartoe een brede waaier van mogelijkheden. Sportclubs en toneelverenigingen bij de vleet.
Maar voor de Plezantste Vereniging trekken we naar Goochelclub Lucky Ring in Vilvoorde.
Stem hier om jouw favoriete vereniging tot Plezantste Vereniging te kronen.
Goochelclub Lucky Ring werd in 1974 opgericht in het Waltra-theater. Het was meteen de eerste Nederlandstalige goochelclub in Brussel en omstreken. De vereniging werd boven het doopvont gehouden door Lucien ‘Lucky’ Ulens, die in 1999 overleed, en pater-goochelaar Boudewijn ‘Bodo Spalty’ Spittaels, die nog steeds erelid is van de club.
Doorheen de jaren verhuisde de goochelclub langs tal van vergaderplaatsen en duivenlokalen om uiteindelijk in CC Het Bolwerk in Vilvoorde te belanden.
Het voorzitterschap was lange tijd in handen van Patrick PickArt, maar door zijn drukke agenda verhuisde die taak naar Erik Arfeuille.
“Ik kwam voor het eerst in aanraking met de goochelwereld als jong manneke nadat ik een goocheldoos cadeau had gekregen”, zegt Erik. “Ik vond het fantastisch en maakte me lid bij Lucky Ring. Lange tijd bleven de toverkaarten in de kast, maar na een acteercarrière speelde de microbe weer op en maakte ik me opnieuw lid bij de club. Mijn acteerervaring is een grote troef, want goochelen is meer dan vingervlug zijn. Je moet een hele show in elkaar steken.”
Alfred Vander Auwera, die mentor en penningmeester is van Lucky Ring, is lid van het eerste uur. “Ik schuimde als jong ketje de circussen in de buurt af”, zegt Alfred. “Ik sloot me aan bij een goochelvereniging in het Brusselse. De eerste vijf jaar zat ik bij een Franstalige vereniging omdat er geen Nederlandstalige bestond. Dat was niet eenvoudig, want ik sprak geen Frans. Toen ik hoorde dat Lucky en Bodo een club oprichtten, sloot ik me meteen aan.”
Trucs staan vandaag allemaal online
Alfred bleef gepassioneerd door het goochelen en schuimt nu nog de trouwfeesten en zalen af om samen met zijn vrouw Trix op te treden. “Toen ik mijn vrouw introduceerde in de goochelwereld was ze meteen verkocht. Ze werd mijn assistente en we bouwden een show uit.
Doorheen de jaren schuimden we heel Europa af met onze duivennummers.”
De twintig leden van de goochelclub komen twee keer per maand bijeen. “Daar tonen en bespreken we nieuwe vaardigheden, die we hebben opgepikt.”
Doorheen de jaren zag Alfred de goochelwereld evolueren. “Dat is niet slecht. Nieuwe technologieën worden geïmplementeerd en dat geeft spektakel. Nieuwe goochelaars moeten wel vaak minder hard werken. Alle trucs zijn gedetailleerd online te vinden. Wij werkten met boeken en mentors en oefenden ons te pletter. Met de komst van het internet ging ook de erecode ‘een goochelaar onthult zijn trucs niet’ enigszins verloren. Dat is jammer.”